Biologische bestrijding met natuurlijke vijanden
Aaltjes tegen:
- Engerlingen in gazon
- Emelten
- Larven van de gegroefde lapsnuitkever (taxuskever)
- Rupsen van de buxusmot
Hoe werken ze?
Aaltjes zijn actieve jagers en ze herkennen plaaginsecten zoals engerlingen, emelten of larven taxuskever aan hun geur. Na toepassing gaan de aaltjes direct op zoek naar het plaaginsect en dringen binnen via een lichaamsopening. Eenmaal binnengedrongen infecteren ze deze met een bacterie. De bacterie doodt het plaaginsect en deze sterft binnen 2 tot 3 dagen. Het dode bodeminsect wordt door de aaltjes gebruikt als broedkamer en als voedselbron. Aaltjes vermenigvuldigen zich snel om na 2 tot 6 weken weer nieuwe plaaginsecten op te zoeken en te infecteren. Dit proces blijft zo doorgaan, net zolang als er voldoende plaaginsecten (voedselbronnen) zijn voor de aaltjes. Aaltjes bewegen zich voort via het vocht in bodem. De bodem moet dus vochtig zijn om op zoek te kunnen gaan naar een nieuwe plaag. Aaltjes kunnen niet lang buiten een gastheer overleven, dus zodra er geen prooien meer zijn, sterven ze.